Stelplaats Bertrix

Op deze pagina vindt u een fotoreportage over de kleine stelplaats van Bertrix. Vroeger was het een belangrijke stelplaats, waar goederentreinen vanuit de rest van België naar het zuiden (en Frankrijk en Luxemburg) van stoomloc gewisseld werden, aangezien veel loc- en personeelsdiensten op de in 1880 geopende Athus-Meuselijn en de in 1882 geopende verbinding met lijn 163 te Libraimont hier eindigden. Met de komst van de dieseltractie en de sterke inkrimping van de treindiensten op de Athus-Meuselijn is het belang van de stelplaats sterk teruggedrongen. Nog vele jaren zijn motorwagens en diesellocmotieven in bertrix in vast onderhoud geweest, maar langzaam aan werd dit aandeel zowel op papier als in de praktijk afgestoten naar de stelplaatsen van Ronet, (bij Namen), Latour (bij Virton) en Stockem (bij Arlon). Met het veranderen van locinzetten en diensten en het belangrijker worden van vervoer over lange afstand ten opzichte van lokaal vervoer, verminderde het belang van een grote stelplaats in Bertrix. De kantoren en werkplaatsen gingen in de loop van de tijd dicht en vielen ten prooi aan verval en verpaupering, wildgroei van struiken en onkruid en zelfs aan gedeeltelijke instorting. Alleen een deel van de dieselloods, vanaf de ingang gezien het verst weg gelegen gebouw, bleef in gebruik als onderdak voor motorwagens en een enkele diesellocomotief als dependance van Stockem. Vrijwel alles is echter nog aanwezig op het grote terrein van de stelplaats, waardoor de stelplaats van Bertrix wellicht de meest 'spookachtige' stelplaats van België is. Als straks de elektrificatie van de Athus-Meuselijn gereed is zal het behoud van de stelplaats als plaats voor tanken en stalling van in Bertrix eindigende treinen vermoedelijk ook wel vervallen. Tot dan valt er nog te genieten van de sterk ingekrompen bedrijvigheid in een gebied waar alles sporen van een belangrijk verleden met zich meedraagt.

De foto's in deze reportage zijn gemaakt door Davy Beumer op 31 juli 2000 en door Sicco Dierdorp op 30 september 2000 en in de sneeuw op 2 maart 2001.

We beginnen ons bezoekje aan de stelplaats met enige beelden van het station van het Waalse Ardennenstadje. Tegenwoordig rijden er nog maar weinig reizigerstreinen op de Athus-Meuselijn. Naar Virton en Dinant rijdt nog maar eens in de twee uur een trein, naar Libraimont eenmaal per uur. Op de foto vertrekt de 4407 naar Dinant, terwijl twee minuten later de op de achtergrond zichtbare 4406 naar Libraimont zal vertrekken.
De 5307 rangeert met een vijftal open vierassers in het besneeuwde station. Buiten de spoorwerkers op de voorgrond is deze trein de enige bedrijvigheid voor het komende uur in het station.
 Een zich vanaf de dubbelsporige verbinding tussen het stationsemplacement en de stelplaats. De werkplaats bevindt zich ongeveer in het midden van het terrein, met rechts ervan de dieselloods en de 'spoorse' ingang van de stelplaats en links op de achtergrond de normale ingang van het terrein aan de lokale weg. Het spoor op de voorgrond is zelden gebruikt, de wagens zijn er net door de 5307 geplaatst, en is het verst doorlopende spoor.
De midden op het terrein, tussen de normale ingang en de dieselloods, staande werkplaats is grotendeels vervallen. Voor de veiligheid heeft men vrijwel alles wat in kon storen gesloopt, maar het karkas is nog aanwezig. Op de achtergrond magazijnen en kantoren, die vanwege instortingsgevaar met linten zijn afgezet. De sneeuw heeft het beeld wel compleet gemaakt. Spookachtig of sprookjesachtig?
Nog een beeld van de oude werkplaats. Op de voorgrond is duidelijk te zien dat de dienstweg tussen de openbare weg en de dieselloods (links) dwars door de ruïne doorloopt. Dit gebouw is deels ook in gebruik als stalling voor auto's, de oude fietsenstalling die ook in het gebouw was gezet was echter - officieel aangekondigd - net gesloten... Op de achtergrond links het uithaalspoor aan de westzijde van het depot met de open wagens, en erboven de verbindingsboog van de dieselloods en ingang van de stelplaats links naar het station aan de rechterkant.
De 5307 heeft zojuist zijn inmiddels bekende wagens geplaatst en is hiertoe gereden over de verbinding tussen station en stelplaats. Daar dit spoor langs de dieselloods tot naast de werkplaats lang niet bereden was, liet de loc een spoor van roest na in de sneeuw. De loc rangeert nu weg van de wagens om langs de dieselloods links weer naar het station te rijden.
Nog een zicht op de wegrijdende 5307 langs de dieselloods, met rechts de dijk van de verbinding met het station. Het gedeelte van de dieselloods direct naast de loc is inmiddels vanwege instortingsgevaar afgesloten.
Ook aan de oostelijke kant van de dieselloods ligt nog een (korter) uithaalspoor, waar op deze dag toevallig ook nog een wagen stond (een ketelwagen met dieselolie). Links het enige nog in gebruik zijnde deel van de stelplaats, het oostelijke deel van de dieselloods. Op de achtergrond rechts één van de oude kantoorgebouwen. Dit type gebouwen was ook te vinden bij de stelplaatsen van Ronet en Latour aan dezelfde lijn, en deze gebouwen zijn nu verlaten en begroeide karkassen aan het begin van de dienstweg richting de dieselloods.
Een compleet zicht op de dieselloods vanaf de kolenlaadinstallatie. Rechts het nog in gebruik zijnde, oostelijke gedeelte, links het inmiddels geloten gedeelte. Het gedeelte met het donkere dak is inmiddels afgesloten vanwege ernstig instortingsgevaar, van het rechter gedeelte zijn inmiddels ook een aantal sporen opgebroken. Geheel links het enige spoor aan deze kant wat er nog ligt, en wel het spoor waarop de 5307 zijn wagens plaatste. Niet zichtbaar links de dijk van de verbinding tussen de spoorse ingang van de stelplaats op de voorgrond en het hoofdstation.
Eén van de bijzondere en kenmerkende vondsten op het terrein is dit uitgediende L-rijtuig. Na zijn afvoer in de normale dienst is het, zoals zovelen van zijn soort, in gebuik genomen als dienstlokaal. Inmiddels heeft het zelfs deze taak verloren en staat het te wachten op sloop tussen de laatste dienstssporen links en het oostelijke uithaalspoor rechts (dat met de ketelwagen).
De stelplaats is nog niet geheel verlaten, en sterker nog: voor die paar motorwagens die er uitrusten is het vreemd te zien dat er nog zoveel man personeel rondloopt. Men heeft dan ook tijd kunnen vinden een sneeuwpop te maken tussen de gesprekken in de dienstlokalen in de dieselloods door. Men heeft zelfs een computer in het gebouw staan, waar men continue met z´n allen achter staat.....
De kleine dieselloods heeft nog maar enkele aangesloten sporen. Aan weerszijden van de slapende 5301 staan twee oudgedienden op hun lot te wachten. Rechts motorwagen 4304, de laatste 43'er van de NMBS die niet verbouwd, gesloopt of verkocht is. Links bijwagen 734.10, één van de drie bijwagens van dit type die nog op het terrein stonden. Sinds kort is deze bijwagen, de beste van de drie, verkocht aan Stoomcentrum Maldegem.
De 5306 rust uit voor de loods. Deze loc was de eerste van de reeksen 52/53/54 waarvan de originele Ronde Neus werd vervangen door de 'zwevende cabine'. Dit loctype heeft op de Athus-Meuselijk zijn werkgebied, maar door het enorm verminderde goederenvervoer zijn al enkele locs afgevoerd of worden ze in andere diensten ingezet. Momenteel zijn nog 29 van de 40 locomotieven in dienst: de 5201, 5205, 5209, 5211, 5212, 5214-5217, 5301-5309, 5311-5316, 5318, 5320, 5401, 5403 en 5407. De sporen links van de loc zijn inmiddels ook geheel of gedeeltelijk opgebroken.
De roodgele 4506 steekt zijn snuit uit de dieselloods. Het zijn vooral de nog roodgele (en het langs niet gereviseerde) motorwagens, die binnenkort afgevoerd zullen gaan worden. De deuren staan nog overeind, wat lang niet overal het geval is.
Het materieel op de Athus-Meuselijn is al sinds jaar en dag vrij eentonig: de AFB-locomotieven reeks 52/53/54 en de motorwagens reeks 44/45. Biede bewoners poseren hier naast elkaar in de sneeuw: AFB 5201 en motorwagen 4404.
Er zijn nog altijd zestien van de twintig motorwagens van de reeksen 44 en 45 in dienst: de 4402-4408, 4410, 4501, 4502, 4504-4506 en 4508-4510. Hiervan zijn de 4402, 4403 en 4405 niet in Stockem, maar in merelbeke in onderhoud. De 4408 is de enige 'nog' roodgele 44'er, van reeks 45 zijn de 4501, 4502, 4504, 4506, 4508 en 4510 nog roodgeel. De 4404 en 4509 staan hier naast elkaar voor de dieselloods, de 4509 om straks in dienst te komen.
 De roodgele 4508 voor de dieselloods, met erachter de blauwe 4407. De roodgele rijtuigen zijn ook uiterlijk zeer slecht. Met de elektrificatie van de Athus-Meuselijn en de komst van reeks 41 zullen deze motorwagens overcompleet zijn.
Dieselmotorwagengeweld voor de dieselloods. Links de 4501+4407 en rechts de 4506 en 4404. De trrein links staat te wachtn op vertrek naar het station en bestaat uitzonderlijk uit twee motorwagens vanwege de TTB-dag.
Naast de 734.10 in de dieselloods (inmiddels daaruit verdwenen) staan ook de 734.06 en 734.07 nog op het terrein. De 734.06 staat hier op een zijspoor op de plek waar alle sporen van de dieselloods samenkomen op weg naar de verbindingsspoorlijn. Van deze bijwagens zijn er dertig gebouwd, waarvan er twintig al gelijk als gewoon getrokken rijtuig type R in gebruik genomen werden aangezien een nieuwe reeks motorrijtuigen type 606 niet in productie genomen werd. De tien overige hebben tot begin jaren negentig nog gereden.
Het kolenlaadgebouw, uiteraard sinds de jaren vijftig buiten gebruik, staat er in vervallen toestand nog steeds,
inclusief een gapend gat waar vroeger de kolen inlagen.
Prachtig is de vervallen en begroeide oude trap naar het dak van de kolengebouwen. Links bijwagen 734.07 die op een ander zijspoor langs de twee uithaalsporen staat. de verbindingslijn loopt van die plek rechts langs het gebouw langs naar het hoofdstation.
Een sprookjesachtig gezicht op bijwagen 734.07 die zo eenzaam langs de uithaalsporen staat. Door de naaldbomen in de Ardennen is het landschap met sneeuw hier altijd al snel een prachtig gezicht.
Naast de uitwisselingstreinen met de echte stelplaats van de motorwagens en locs, Stockem, worden regelmatig de motorwagens van de gewone dienst voor tanken en rust uitgewisseld. Er rijdt dan een motorwagen (of twee) naar het station, meestal vrijwel gelijk gevolgd door een motorwagen terug die uit dienst komt. Hier passeert de 4509, de eerste blauw geschilderde motorwagen, de 734.07 op weg naar het station.
Haast absurd is het feit dat de uitwisselingstreinen zowel op de uithaalsporen als op de verbindingsspoorlijn keurig links rijden. Dit ziet er uitermate belachelijk uit op de overdreven uitgebreide spoorinstallaties hier - die echter in de tijd van drukke stoomtractie uiteraard nog wel nodig waren. De 4509 rijd keurig over het linker spoor tot het uiterste stukje van de stelplaats, om dan het verbindingsspoor op te rijden en rechts van de fotograaf weer terug naar het station te rijden.
 Wederom de 4509, nu op de verbindingsspoorlijn. De motorwagens richting het station maken dus geen gebruik van het links zichtbare, veel dichter bij de stelplaats gelegen, wissel. Ze rijden dus over het tweede uithaalspoor links van de nog zichtbare struiken nog enkele honderden meters verder, om vervolgens weer hier te passeren.
 Nogmaals een trein op dezelfde plek, nu met de 4407 en 4501. Het is moeilijk te geloven dat op deze plek al de sporen en de ingewikkelde rijroutes ook echt nodig zijn geweest..... De beide reeksen zijn overigens praktisch gelijk. De 4407 is de laatste motorwagen die nog ene grote revisie kreeg, en was dus de laatste die in het blauw overgeschilderd werd.
 De treinen naar de stelplaats maken dus wel gebruik van de logische, korte verbinding en hoeven dus niet helemaal tot het uiterste spoor te rijden. Ondanks de keurige regels voor wat betreft het links rijden, wordt dit wissel gewoon opengereden. Hierdoor is er bij het uitwisselen op deze plek geen rangeerder nodig. De 4504 is net aangekomen vanaf het station en rijdt nu terug richting de stelplaats. Gelukkig voor de fotografen hebben de treinen hier vaak ana beide kanten witte lichten.
En ook de 4504 passeert weer de 734.07, op weg om uit te rusten. De treinen naar het station rijden hier dus over het meest rechts spoor om even later over het hier niet zichtbare, meest linkse spoor de verbindingsspoorlijn op te rijden.
De 4508 rijdt, komende vanaf de uithaalsporen en vanaf het station en na het passeren van de 734.06, langzaam de dieselloods in, waarna de motor uitgezet kan worden.
Tenslotte nog een laatste beeld van de verbindingsspoorlijn. De 5307, die we inmiddels wel kennen van het plaatsen van de open goederenwagens, rijdt van de uithaalsporen op de achtergrond naar het station en is bijna aangekomen bij de splitsing met de lijn uit Virton (rechts). Hier is een klein dienstperronnetje (inmiddels uiteraard ook al in onbruik geraakt), met links een trap naar de stelplaats beneden. De wagens die de loc net geplaatst heeft staan precies links naast de locs beneden.....